BELOFTE
Nu is dan werkelijk de lente gekomen,
in het schijnsel van de koele maan
zie ik de bomen rustig in zichzelve staan.
In deze heldere winternacht, prevelen zij zacht,
van tere groene toppen en een stille aloude macht.
Ganzen trekken over, een diep roerende belofte,
hoog gakkend over mijn
witte wakkere akker,
van terugkomst en een hevig blij verheugen.
In verwachting staan
deze verstilde bomen,
een verkleumde merel begroet mij zingend met fragiele pootjes in de sneeuw.
Wij weten het nu samen allemaal heel zeker,
de Lente
de Lente